Voor veel kinderen is het leren van werkwoordspelling geen leuk onderdeel. Ze vinden het moeilijk en saai en hebben al helemaal geen zin om bij elk woord de moeite te nemen om het werkwoordschema te volgen. En even tussen ons, best begrijpelijk eigenlijk. Dus dan doen we het anders; bewegend leren met werkwoordspelling!
Dobbelwerk is een spel dat in eerste instantie uitermate geschikt lijkt voor spelend leren, en dat klopt ook! Daarnaast is Dobbelwerk ook perfect om in te zetten bij bewegend leren! Heb je geen idee? Lees dan snel verder!

Wat is Dobbelwerk?
Mocht je Dobbelwerk nog niet kennen? Het werkwoordspelling spel bestaat uit 2 dobbelstenen en 100 kaartjes. Een kaartje met de (basis)speluitleg en 99 kaartjes met op de voorkant een werkwoord en op de achterkant alle denkbare antwoordmogelijkheden. Hierdoor zijn alle antwoorden controleerbaar. De dobbelstenen bepalen hoe het werkwoord vervoegd moet worden. De ene dobbelsteen bepaalt het onderwerp en de andere dobbelsteen de tijd. De tijden blijven beperkt tot de tegenwoordige tijd, verleden tijd en het voltooid deelwoord. Zo kan de basis van de werkwoordspelling goed en overzichtelijk ingeoefend worden. De overige werkwoordspelling volgt dan later.
Werkwoordspelling en bewegend leren
Oké, nu de spelvorm duidelijk is, kunnen we het in gaan zetten bij bewegend leren onderwijs. Een aantal ideeën om wat richting te geven, maar laat je hier vooral niet door beperken, want er is nog zoveel meer te bedenken!
Bewegend leren spel om de structuur van werkwoordspelling te leren zien
Een voorbereidende oefening om de structuur van werkwoordspelling te leren zien.
Hang (een deel van) de kaartjes verspreid op of verstop ze binnen een afgesproken plek. Leg de ‘Dobbelwerk mat 1’ neer en laat de kinderen de kaartjes op de mat neerleggen bij: klankvast t-soort / klankvast d-soort / klankveranderend. Heb je deze leermat niet? Geen probleem, je kunt ook vakken tekenen op het plein of bakjes / emmers neerzetten die je labelt.
Werkwoordentikkertje
Nog zo’n voorbereidende oefening die past bij bewegend leren met werkwoordspelling, maar dan in spelvorm, is er een tikspel van maken. Kies drie tikkers en geef de andere kinderen een hesje met daarop een transparant zakje erop. Verdeel de kaartjes van Dobbelwerk over het aantal kinderen met een hesje. De kaartjes stoppen zij in het zakje zodat het werkwoord zichtbaar is. De drie tikkers krijgen elk een andere opdracht; klankvast t-soort / klankvast d-soort / klankveranderend. Zij mogen alleen kinderen tikken die een werkwoord dragen dat bij de opdracht past die zij gekregen hebben.
Heb je geen hesje of wil je de kinderen meer laten samenwerken? Maak er dan een zoekopdracht van. Verdeel de groep in 3 (of 6) groepjes en laat deze groepjes elk een klanksoort verzamelen.

Bewegend leren met werkwoordspelling estafette
Verdeel de kinderen in gelijke groepjes. Elk groepje krijgt een x aantal kaartjes en een stuk stoepkrijt of een pen. Maak een start- en eindpunt en schrijf bij het eindpunt een x aantal onderwerpen met tijd (gelijk aan het aantal gekregen kaartjes); zie foto 3. Op de plaats van de pijl laat je de kinderen rennen, of maak je een parcours. Hierin kun je ook eenvoudig variëren.
Je kunt er voor kiezen om het kind het zelf te laten controleren, door een extra keer het parcours af te laten leggen, of om dit aan het einde van het spel te doen.
Bij de werkwoordspelling estafette kan ook de ‘Dobbelwerk mat 1’ gebruikt worden om zo het stappenplan te blijven herhalen.
Speel het werkwoordencirkel-spel
Verdeel de kinderen in gelijke groepjes. Elk groepje krijgt een hesje in dezelfde kleur met transparant zakje erop. Zoals je op het plaatje kunt zien, zou je een groepje met gele hesjes kunnen maken, een groepje met groene hesjes en een groepje met blauwe hesjes. Maak voor elke groep een grote (zichtbare) cirkel; Dit is het speelveld voor het desbetreffende groepje. Geef elk groepje een stuk stoepkrijt en een werkwoordkaartje van het spel Dobbelwerk.
Dit kaartje stoppen zij in het transparante zakje op het hesje. Elke groep mag beide dobbelstenen werpen om te bepalen wat zij moeten noteren. In het voorbeeld heeft groep groen dus hij en tegenwoordige tijd gedobbeld. Zij schrijven van zoveel mogelijk kaartjes op wat de vervoeging is van ‘hij in de tegenwoordige tijd’. Elke groep heeft zo zijn eigen opdracht. De kinderen mogen ook buiten de cirkel komen, maar moeten terug naar de cirkel om de juiste vervoeging te noteren. (Uiteraard kun je in plaats van stoepkrijt ook pen en papier gebruiken).
Ook bij dit spel kan de ‘Dobbelwerk mat 1’ gebruikt worden.
Springen!
Een andere werkvorm binnen bewegend leren met werkwoordspelling is het inzetten van de leermatten of het uitwerken van het werkwoordenschema op het plein. Niet per se een spel, maar absoluut wel een goede oefening die binnen het leren op een bewegende manier past. Leg de Dobbelwerkkaartjes met de dobbelstenen neer voor de leermat. De leerling mag dobbelen, neemt het bovenste kaartje en gaat over de leermat / het schema springen tot het bij de juiste schrijfwijze is. Het kind pakt een stuk stoepkrijt en schrijft de juiste werkwoordsvervoeging op. De volgende leerling controleert of het juist geschreven is. Na een eventuele correctie is deze leerling dan zelf aan de beurt.

Zelf houd ik van afwisseling, spel en beweging! Bewegend leren met werkwoordspelling werkt echt! Afwisseling creëren is eenvoudig, al is het maar een klein element dat anders is. Het spel verandert daardoor vaak wel. Soms pakt een verandering goed uit, soms wat minder, maar daar kom je maar op één manier achter. Probeer gewoon eens wat uit! Je zult zien dat je het zo in de vingers hebt. Succes!
-
Poster werkwoordschema€ 31,50 – € 70,00
-
Leerlingenkaart werkwoordschema€ 1,00 – € 7,50
-
Dobbelwerk€ 24,95